De pauk

KENMERKEN EN GESCHIEDENIS

Nummer: di003

Instrument: Pauk

Bouwer/ Land van herkomst: Anoniem

Bouwjaar: 1760

Type: slag

Materiaal: koper/ huid

Omvang/ stemming: nvt

Lengte (mm): 660


De eerste afbeelding van grote keteltrommen, nu gedragen aan weerszijden van een paard stamt uit 1457 en vanaf dat moment zijn pauken, samen met trompetten altijd uitingen geweest van majesteit en statie, toernooien en krijgsrumoer. Illustratief zijn de afbeeldingen in de triomftocht van keizer Maximiliaan I in 1515, gegraveerd door Hans Burkmair. Sindsdien zijn pauken bij militair eerbetoon in gebruik gebleven maar zijn ze ook opgenomen in het klassieke orkest, dat zich halverwege de 18de eeuw begint te vormen, zij het dat ze slechts incidenteel werden ingezet met karakteristieke bijdragen, zoals de solo aan het begin van Beethovens vioolconcert.


De belangrijkste karaktertrek van de pauk, waarmee hij zich onderscheidt van andere trommels is dat hij een herkenbare toonhoogte heeft en derhalve gestemd kan worden. In het orkest zijn twee pauken meestal gestemd op de tonica en de dominant daaronder. De mogelijke toonhoogte wordt door de grootte van de ketel bepaald.



Museum Vosbergen heeft twee 18de-eewse exemplaren, helaas geen paar. Pauken uit die tijd hebben vrijwel altijd een ketel die van koper (meestal geen messing) is gehamerd. Het kalfsvel is gewikkeld om een houten hoepel die direct met negen bouten naar beneden getrokken wordt aan moeren die aan ijzeren platen gesmeed zijn en daarmee op de ketel zijn bevestigd. De decoratie van die platen is een indicatie van de leeftijd. Bij het grootste instrument, links op de foto is dat symmetrisch en suggereert een Louis XIV periode, terwijl de andere meer Louis XV aandoet. Ook het aantal bouten is een indicatie: hoe ouder, hoe meer bouten. De onze zijn waarschijnlijk uit de vroege achttiende eeuw.

Op een tafel staan ​​twee trommels naast elkaar.
Share by: