De bariton, euphonium

Kenmerken en geschiedenis

Nadat ventielen een succes waren op de waldhoorn zijn ze natuurlijk op andere koperen blaasinstrumenten met wisselend succes toegepast. Bijvoorbeeld de cornet à pistons, die al gauw populair werd, maar ook steeds meer op lagere instrumenten. De groep instrumenten met een stemming van een octaaf onder de trompetten nam in militaire orkesten een prominente plaats in, in de vorm var bashoorns, serpenten in vele variaties. Al snel verschijnen de eerste modellen met ventielen, bijvoorbeeld de clavicor van Guichard in 1638 en in 1835 een echte tuba, nog een lager gestemde bas door samenwerking van kapelmeester Wieprecht en bouwer Moritz in Berlijn.

Met name de hier beschreven groep wordt gekenmerkt door een uiterst verwarrende naamgeving: met toenemend wijdte heten ze in Nederland tenorhoorn, bariton en euphonium. In de ons omringende landen gaat het weer anders. De stemming is meestal Bes of C, maar kan soms door middel van stembeugels nog verlaagd worden. Het afgebeelde linker exemplaar is ca, 1850 gemaakt door de Weense bouwer Meinl voor Brizzi & Nicolai in Florence. en het rechter een euphonium van Stowasser uit Graslitz.  

Baines 1667

Bevan 1978

Heyde 1987